Herman de keukenvlieg

Om precies 06.10 stond Herman te wachten op de stoomlocomotief naar Berlijn. Het was druk op perron 2 van de Dusseldorf Haubtbahnhof.

Opgegroeid was Herman in een Franse keuken. Zijn moeder had hij alleen gekend als klein vlekje tussen de voegen van de wandtegels. Vlak na zijn geboorte was zijn moeder tegen de wand gedrukt door de ochtend uitgave van de Paris Matin. Als klein larfje was hij op een stuk vlees geland, natuurlijk afkomstig uit een van de beste slagerijen van het land. Zo vond hij genoeg te eten om zich zelf in leven te houden…

De klok sloeg 17.00 uur toen de trein in Berlijn Ostbahnhof aankwam. Hier moest hij overstappen en zijn weg vervolgen via Warschauw verder richting oosten.

In Parijs had Herman zijn vak geleerd. Zijn specialiteiten waren het om de beste aroma’s te maken van grondstoffen die hij alleen wist te vinden op de mooiste toiletten van Parijs. Meestal werkte hij s’nachts, zodat niemand zijn geheimen kon ontdekken. Van de beste poepjes en geuren maakte Herman de lekkerste salades, weliswaar voor een vlieg natuurlijk. Als mens kon je er maar beter vanaf blijven. Het waren lange dagen in de keuken, maar het werk beviel hem goed…

De douane kwam…

De trein had de Poolse grens bereikt. Een dikke Bromvlieg vroeg om de papieren. Met een grote Brom trok hij het vliegbrevet uit de handen van Herman. Vliegen hebben namelijk geen gewoon paspoort zoals wij dat kennen, maar een vliegbrevet dat in grote lijnen te vergelijken is met een paspoort. Er is een pasfoto, een persoonsbeschrijving, maar bovenal wordt er gekeken naar de vliegvaardigheden in drie categorieën, maar daarover later meer…

De dikke Pool bekeek Herman nog een keer goed bromde nog wat na in een Pools dialect en gaf het gestempelde brevet terug. Kennelijk was alles in orde…

Vliegen had Herman geleerd van een majoor in het leger. De diensttijd voor een vlieg duurt maar 2 maanden. Voor veel vliegen, vooral voor de huisvlieg is dit echter een lange tijd . velen blijven niet zo lang in leven en belanden onder een of andere schoen. Andere krijgen heimwee als ze hun huis moeten verlaten voor langere tijd. De vlieglessen bestonden dus uit drie categorieën. Het eerste onderdeel bestond uit het opstijgen en landen van zachte ondergronden en harde oppervlakten. Als je ooit geprobeerd hebt om op een koeflater te landen weet je wat ik bedoel. Het tweede onderdeel was het vliegen in het algemeen. Je moest al gauw 100 vlieguren hebben, wilde je voor deze proef slagen. Vooral het vliegen in verschillende luchtlagen was erg moeilijk. Om niet tegen elkaar te botsen gelden de zelfde regels als bij de menselijke luchtmacht. Na het opstijgen bereikt elke vlieg zijn eigen hoogte die hij krijgt toegedeeld op het einde van de cursus. De meeste ongelukken gebeuren dan ook bij het opstijgen en landen. Het derde onderdeel vond Herman de mooiste, en zoals hij zelf zegt was hij hierin ook de beste van de

klas. Het kunstvliegen, het vliegen in formatie, het starten zonder aanloop, snel reageren, dat waren zijn beste kwaliteiten. In formatie vloog hij al gauw voorop. Alleen bij het landen tegen muren en plafonds kwam hij vaker in moeilijkheden. Als er gevlogen werd in formatie en een van de klasgenoten zijn remvermogen verkeerd inschatte vlogen ze met een smak tegen de muur. Hierbij dacht hij vaak terug aan zijn moeder, en het vlekje op de muur…

De trein stopte in Warschau voor de nacht. Hier bleef de locomotief maar liefst vijf uur wachten, zolang zou het duren voordat een andere locomotief de reis zou voortzetten. De loc werd afgekoppeld en het werd rustig in de trein. Een wonderschone blonde eendagsvlieg bracht nog een laatste kopje thee, het enige wat men hier kon krijgen en het koste bijna niets. Het meiske was in haar beste uren, maar Herman wist dat zij niet in was voor een langdurige relatie. Ze wenste hem een goede nachtrust en vertelde dat de morgen erna een andere vlieg haar dienst zou overnemen. Ook Herman nam afscheid en maakte zich klaar voor de nacht…

Om 7.00 uur kwam de trein in beweging. De nieuwe loc werd aangekoppeld. Dit gebeurde met een grote klap. Herman werd zijn bed uit geslingerd en belande precies op de bovenlip van een van zijn medereizigers. De man wreef een keer door zijn snor en mompelde iets in zijn slaap. Snel vlugte Herman naar zijn slaapplaats terug. Dit was weer een bewijs hoe gevaarlijk een dergelijke reis voor een vlieg kon zijn. Slapen kon Herman nu toch niet meer en zo dacht hij na over de rede waarom hij aan dit avontuur begonnen was. Het hele Franse hof sprak er over. Het verre Rusland. Niemand wist er eigenlijk iets vanaf, een dergelijk ver land, welke insecten er zouden wonen. In die tijd was er echter een te kort aan grondstoffen. Het Franse hof werd overgenomen door het fijne gezelschap, met hun pruiken en geuren van parfum. Herman kon geen onrein meer vinden. De toiletten waren zo schoon dat zelfs de Spinnen en kakkerlakken dood gingen van ellende. Rusland bleek toen het land van de grote landerijen, weilanden vol met koeflaters, genoeg voor een heel nieuw kookboek te schrijven.

Herman vergeleek het graag met de goudkoorts die hij kende van de verhalen die uit Amerika kwamen. Bij de bank had hij al zijn spaarcentjes opgenomen en was zo begonnen aan zijn grote avontuur…

De reis duurde nog de hele dag. Herman genoot van het uitgestrekte landschap en luisterde naar de gesprekken van zijn medereizigers…

De trein bereikte zijn eindbestemming. Nadat alle passagiers uitgestapt waren en er geen gevaar meer was om platgetrapt te worden pakte Herman zijn koffers, zette zijn hoed op en stapte uit de trein. Hij keek nog een keer om zich heen of hij niets vergeten was toen het gebeurde. Herman miste de laatste tree van de wagon en viel languit met koffers en al in de grootste koeflater die hij ooit gezien had. Langzaam zakte hij weg in de enorme berg poep.

Veel tijd om overeind te komen was er niet . Naast hem brulde een grote mestkever naar hem dat hij onmiddellijk moest meekomen. Herman verstond er niets van maar wist dat dit goed fout zat. De dikke mestkever vervolgde zijn pleidooi. “Stelen van de generaal” brulde hij, “oprollen en afvoeren” gaf hij als commando. Acht gespierde mestkevers met uniformen aan zoals die

van soldaten begaven zich aan de mesthoop. Ze gingen op hun achterpoten staan en rolden de koeflater op als een rolletje papier met zware tabak. Herman zat er tussen in, werd in een mum van tijd opgerold en afgevoerd…

De mestkevers hadden de hele mest productie in hun handen. Ze exporteerden mest naar andere landen en bezaten de grootste koestallen van heel Rusland tot aan Siberië. Met honderden tegelijk zworven ze over de weilanden, op zoek naar alles waarvoor de mens zijn neus zou dichtknijpen. De boeren die er woonden vonden dit niet erg. Er bleef genoeg mest over voor de oogst en het land bleef schoon. Herman belande met koeflater en al in een van de vele fabrieken die verspreid lagen door het hele land. Hier werd de mest gescheiden, gewassen, en gedroogd. Vervolgens werden er bouwstenen of andere bouwstoffen van gemaakt waarmee de mestkevers hele ondergrondse dorpen en steden maakten. Herman belande op een lopende band die getrokken werd door vijf mestkevers op fietsen. Eerst werd hij gescheiden van de mest, waarna hij gewassen en gedroogd werd. Sergeant Yuri vertelde hem zijn rechten en onder leiding van twee corporalen werd Herman afgevoerd naar de hoogste Generaal. Herman begreep er niets van. Wat had hij gedaan. Ze zeggen toch altijd dat het geluk brengt als je in een koeflater trapt… Na een lange tocht door gangen en kamers kwamen ze bij een grote deur. De sergeant ging naar binnen. Even later kwam hij weer naar buiten en gebaarde Herman om hem te volgen. In het midden van de kamer zat de Generaal. Een gewichtige man die sterk leidde aan overgewicht en nauwelijks in zijn stoel paste. Door zijn enorme hoed kon Herman het gezicht van de Generaal niet zien. Een grote schaduw viel er overheen. De grootte van de hoed gaf aan dat hij de hoogste in rang was. Herman begon te beven van angst, maar weinig tijd had hij niet om bij te komen. “Zo, zo”brulde de Generaal in zijn beste Nederlands. “Stelen van de mestkever orde is het grootste misdrijf wat je hier te lande kunt begaan” vervolgde hij. “Wat heb je hierop te zeggen.” Herman vertelde zijn verhaal, wie hij was, waar hij vandaan kwam en waarom hij aan deze reis was begonnen. De generaal luisterde aandachtig; sloot af en toe zijn ogen als of hij peinzend nadacht, maar in werkelijkheid dommelde hij af en toe in slaap. Toen Herman zijn verhaal verteld had werd het stil. De generaal krabde zich aan zijn hoed en dacht diep na. Na tien minuten van ondragelijke stilte werd de generaal klaar wakker. Iedereen, ook de korporaal schrok ervan. De generaal maakte zijn stem los met een enorme brul. “Zo, zo”zei hij weer. “Jij beweert van je zelf dat je een zodanig goede kok bent.” “De beste die er is “ antwoordde Herman. De korporaal porde Herman in zijn rug en gebaarde hem stil te zijn. De generaal ging verder. “Over een week is het jaarlijkse mest feest. Ik wil dat je een menu samenstelt dat mij en al mijn soldaten zal genoegen.” Bij de gedachte alleen al liep de generaal het water uit de mond. Eten was zijn grote lust, wat ook goed te zien was aan zijn postuur. “Lukt het je om mijn smaakpupillen te kietelen dan ben je een vrij man.” Er kon zelfs een kleine glimlach af bij deze gedachte. “Lukt het je niet, dan zal je zelf de laatste ketel vullen.” Herman had geen keus en nam het voorstel aan…

De grote dag was aangekomen. Alle staatshoofden en generaals uit het hele land waren aangekomen om aan het diner deel te nemen. Het duurde wel drie uur voordat alle lakeien de verschillende gerechten op de tafels

neergezet hadden. Er waren zoveel soorten smakelijkheden dat het zich nu niet zou lonen om alle op te noemen. Je moet dan denken aan gerechten zoals, “krekelzweetkliertjes in zoetzure saus, of gegrilde duizendpootjes met een toefje koeflater melange, of gefrituurde konijnenpoepjes, gepaneerd in stofmijt. Je ziet, gewoon te veel om op te noemen en wellicht zou een mensenkind misselijk worden van al deze heerlijkheden.

De generaal opende het diner. Zeven mestkevers bliezen op hun hoorns, en een wonderschoon koolwitje zong het nationale volkslied.

In de keuken heerste grote paniek. Obers, lakeien, hulpkoks, iedereen rende door elkaar, wetend dat een enkele fout, hun het leven zou kosten. Alleen Herman was rustig. Hij had zich teruggetrokken in een klein hoekje van de keuken en wachtte af. Hij had er vertrouwen in dat alles goed zou gaan. Immers had men aan het Franse hof nooit geklaagd over zijn gerechten, en wat voor de Fransen goed was…

Het diner duurde wel vijf uur. Er werd stevig gedronken en af en toe viel er een kever met medailles en al van zijn stoel. Iedereen zong, danste om de tafels heen, het feest was geslaagd. Feesten hoefde men in Rusland niet te leren, men werd er mee geboren. De laatste kruimels werden van tafel geveegd. Toen werd het stil in de grote zaal. Alle ogen waren nu gericht op de dikke generaal, die al meer dan een uur niet bewogen had. Volgepropt en snakkend naar adem, zijn broekriem had hij allang open gedaan, zat hij daar. Even dacht men dat hij gestikt was in een gevuld spinne oogje…

Opeens verbrak een bulderende oprisping de luidloze stilte. Drie glazen die twee tafels verder stonden als waar de generaal zat, braken in twee. Het koolwitje schrok hier zo van dat haar linker vleugel inscheurde en twee hofdames vielen van schrik achterover van hun stoelen.

De generaal richtte zich zo goed hij kon op en brulde door de zaal “dit was het beste diner wat ik ooit in mijn leven tot mij heb genomen”. Met een zakdoek veegde hij een traan weg van genot en ging verder. “Laat de kok komen”…

Iedereen begon te juichen toen Herman naar binnen werd gedragen. Niemand had ooit gedacht dat een gewone bromvlieg zoiets lekkers kon maken. Nog dagen, zelfs maanden daarna sprak men nog over het diner en over een vlieg die helemaal uit Frankrijk was gekomen om voor generaals te koken.

Herman zelf bleef nog een paar jaren in Rusland, opende er een restaurant keten en schreef enkele kookboeken. Over de hele wereld kende men zijn recepten, en velen leerden het om van verschillende poepjes en geuren de lekkerste gerechten te maken.

Einde